Outgaarden ligt, met zijn ongeveer zevenhonderd inwoners,  op de waterscheiding tussen Grote en Kleine Gete. Tot 1922 maakte het dorp deel van de gemeente Zittert-Lummen, die toen trouwens tot het arrondissement Leuven behoorde. Outgaarden maakte dus deel uit van de enclave van het graafschap Namen binnen het hertogdom Brabant. Outgaarden deelt dus ook niet met Hoegaarden de geschiedenis binnen het prinsbisdom Luik.

Bij wet van 26 juli 1922 werd Outgaarden een zelfstandige gemeente in het Nederlands taalgebied. In 1963 ging het Franstalige Zittert-Lummen (Zétrud-Lumay) over naar het arrondissement Leuven.

In 1977 werd Outgaarden een deelgemeente van Hoegaarden. Het grondgebied werd ten noorden van de dorpskom uitgebreid met delen van het Bost en Goetsenhoven – met de E40 als grens.